Interview

Op 2 juni 2016 is Jacintha Wilmink geïnterviewd door wetenschapsjournalist Carolien Makkink.

1. Waarom heb je ervoor gekozen om je alleen met wonden bij paarden bezig te houden?

In de acht jaar dat ik aan de Universiteit Utrecht werkte aan mijn specialisatie chirurgie en mijn promotieonderzoek, kwam ik erachter dat de algemene kennis over de genezing en de behandeling van wonden bij paarden beperkt was. In die periode ontdekte ik door mijn onderzoek enorm veel over de achtergrond van de problemen met paardenwonden, waardoor ik allerlei ideeën kreeg om behandelingen te verbeteren. Ik zag ook dat er te veel paarden met wonden afgevoerd werden, die eigenlijk goed behandeld hadden kunnen worden. Ik wilde dat veranderen, en dat gaf mij een enorme drijfveer om me volledig te richten op dit lastige vakgebied.

2. Liep die kennis over wonden bij paarden alleen in Nederland achter?

Nee, die kennis was en is wereldwijd beperkt, en niet alleen bij paarden maar, als we eerlijk zijn, bij alle diersoorten en ook humaan..

3. Hoe kan het nu dat de kennis over wonden beperkt is, terwijl de gehele medische wereld zich razendsnel ontwikkelt?

Dat is een goede vraag. Het lijkt alsof chirurgen minder interesse hebben in, vooral chronische open, wonden. Mogelijk komt dit omdat de behandeling zowel bij de mens als bij het paard en andere huisdieren een lange adem vraagt: het duurt lang, zit vaak tegen, kosten lopen op en er valt weinig te verdienen. Meestal zijn er geen snelle successen te behalen, niet zoals bijvoorbeeld bij een gewrichtsoperatie waarbij een fragment verwijderd wordt en een probleem opgelost is. Ik heb daar met collega’s over gefilosofeerd en onze conclusie is dat wondbehandeling kennelijk niet ‘glamorous’ is, niet ‘sexy’ of ‘fancy’ of hoe je het ook maar wilt noemen. Het is bloed, zweet en tranen, en dan nog kan het resultaat tegenvallen! Ik zag en zie veel mogelijkheden om dat te veranderen.

4. Ik heb begrepen dat wonden bij paarden vaak voorkomen; dan zou dat toch een stimulans voor nieuwe ontwikkelingen moeten zijn?

Ja dat klopt! Paarden met wonden zijn “every day patients”: ze komen héél veel voor, helaas. Het is ook niet zo dat collega’s niet willen behandelen of niet hun best doen, zéker niet. Alleen in een gebied waar weinig te verdienen valt, lopen de ontwikkelingen langzamer, en wordt er ook minder geld geïnvesteerd in onderzoek, zo gaat dat nu eenmaal. Met de beperkte kennis die er was, en de problemen die collega’s daardoor tegenkwamen, was het voor velen een frustratie om een wond bij een paard te behandelen. Daarom geef ik veel cursussen aan collega’s, zodat ze met meer kennis gerichter kunnen behandelen. En dat werkt ontzettend goed. Het paard geneest sneller en collega’s worden er zelf blij van omdat ze het beter in de hand hebben. Het wisselen van een verband moet net zo leuk zijn als het uitpakken van een cadeautje! Dat wil ik bereiken!

Het wisselen van een verband moet net zo leuk zijn
als het uitpakken van een cadeautje!

5. Hoe kun je ontwikkelingen stimuleren als er weinig geld beschikbaar is voor onderzoek?

Vooral creatief zijn! Ik probeer ideeën en voorstellen in samenwerking met universiteiten en bedrijven uit te werken. Enthousiasmeren is belangrijk. Als je ergens warm voor loopt, trek je heel snel de mensen om je heen mee. Dat lukt heel aardig! Op die manier zijn er sinds de oprichting van Woumarec toch heel wat onderzoeken gedaan, en vragen beantwoord. En ik ga daar natuurlijk mee door.

6. Het lijkt wel een missie voor je: paarden beter behandelen, collega’s onderwijzen, ontwikkelingen stimuleren door onderzoek

(lacht) Ja, soms voel ik me ook net een missionaris: en soms moet ik praten als Brugman! Maar het is geweldig om te zien hoe het “geloof” zich verspreidt, niet alleen binnen Nederland maar ook daarbuiten.

7. Je opereert zeker alleen dure paarden?

Dat wordt mij vaak gevraagd, maar dat is niet zo. Het zijn wel ‘waardevolle’ paarden voor de eigenaar, maar dat kan om allerlei redenen zijn (emotionele binding, plezier etc), en die waarde kun je niet altijd in geld uitdrukken.

8. Maar het zijn toch dure ingrepen?

Het is hoe je het bekijkt. De operaties zijn qua kosten vergelijkbaar met andere operaties, en vaak niet duurder dan het alternatief (dat is een wond behandelen met verbanden). Men vergeet wel eens hoe duur het is om een wond een paar maanden onder een verband te behandelen: uiteindelijk komt dit vaak veel duurder uit en er komen dan vaker complicaties voor, zoals bijvoorbeeld wild vlees vorming. De kosten zijn bij verbanden weliswaar meer verspreid, terwijl men bij een operatie het bedrag ineens onder ogen ziet. Maar door een operatie kan een wond wel heel snel genezen en wordt het been minder dik of stijf. En zo bespaar je heel vaak op de kosten op langere termijn!

9. Ik kan me voorstellen dat een eigenaar dan denkt: we laten het paard wel zonder een verband, lekker in de weide lopen, de natuur geneest de wond vanzelf..

Was het maar zo… Helaas genezen met name beenwonden bij paarden zo slecht, dat dit vaak verkeerd afloopt, met uitzondering van kleine wondjes of schaafwondjes. Uiteindelijk krijg ik ze dan later te zien, maar dan is het been al zo verdikt, dat ik ook niets meer kan doen. En met een dik been en een open wond is een paard niet meer bruikbaar.

10. Wat vind je het leukste aan je werk?

Een paard weer goed krijgen en een blije eigenaar! Zeker als ik me dan realiseer dat een heel aantal paarden anders verloren zou zijn geweest. Ook het enthousiasme van collega’s nadat ze een cursus gevolgd hebben, en als ze dan vertellen dat het behandelen zo veel sneller gaat en zoveel leuker is! Dat maakt me blij en motiveert me om dit werk nog héél lang te blijven doen.

11. Wat vind je niet leuk aan je werk?

Ik vind het héél vervelend als een eigenaar beslist om niet te behandelen (of de behandeling te sterk te beperken), terwijl ik weet dat het fout gaat aflopen. Als ik eerlijk ben, vind ik het ook ethisch gezien niet verantwoord om niet te behandelen: eigenlijk moet je dan beslissen om te stoppen met het paard omdat het beter is voor het dier. Het is niet eerlijk naar het paard om het dier te laten lopen met een wond, ook niet als het paard jong is en ‘de tijd heeft’, of als het met pensioen is, of als het een fokmerrie is.

12. Heb je bijzondere paarden geopereerd?

Voor mij is ieder paard bijzonder: een héél duur paard is voor mij niet belangrijker dan een kinderpony. Integendeel! Soms krijg ik hele bijzondere verhalen die me roeren, waardoor ik nóg meer de drang heb om het paard te redden en goed te krijgen. Bijvoorbeeld een paard dat geschonken was door een vriendin die ongeneeslijk ziek was en intussen is overleden. Familiesituaties waarbij het paard verwond raakt en familielid als ‘schuldig’ gezien wordt. Het paard van een bejaarde man, die hem nog aangespannen reed, en waarvan je weet dat zo iemand nooit meer aan een nieuw paard kan beginnen. Puber met problemen of gescheiden ouders waarbij het paard steun en toeverlaat is, etc. etc. 2011-12-05aEen paard is héél vaak dé grote vriend, en de emotionele binding kan enorm zijn. Dat motiveert mij om alles op alles te zetten.

Maar goed, een speciale patiënt is toch wel het paard van Sinterklaas geweest, een heel aantal jaren geleden. Amerigo had eind oktober een hele nare verwonding. Samen met de collega die de eerste zorg had voor hem, heb ik een operatie uitgevoerd. Eind november was alles netjes genezen en kon hij weer gewoon meedraaien. Als dat dan lukt, word ik heel blij! En heel veel kinderen ook!

13. Opereer je ook wonden bij andere dieren?

IMG_8744 voeten bJa ik opereer ook regelmatig wonden bij gezelschapsdieren. Meestal zijn dat wonden die al langdurig een probleem geven, en vaak zijn dat wonden aan de poten. Maar ik opereer bijvoorbeeld ook grote brandwonden bij gezelschapsdieren, en dat doe ik met de Meek techniek. Vanuit de kennis bij het paard, heb ik veel ideeën voor oplossingen. Af en toe word ik gevraagd voor problemen met wonden bij héle andere diersoorten die niet willen genezen. Zo heb ik ooit een olifant mogen opereren met voortslepend probleem aan haar achterwerk. Dat gaat bij zo’n groot dier niet onder algehele narcose vanwege het risico van de narcose voor de olifant, maar met locale verdoving. Toen ik achter dat immense dier stond, en ik zag die grote poten en mijn voeten, dacht ik wel even: “die moet geen stapje achteruit doen….”

14. Als laatste vraag: Wat zou er in algemene zin moeten veranderen? Kun je je visie samenvatten?

“Goedkoop is duurkoop!”

Eigenaren onderschatten regelmatig de ernst van verwondingen en daar ligt dus een voorlichtingstaak voor dierenartsen en mezelf! Er wordt te vaak gedacht dat het wel goed komt, en dan mag het in eerste instantie niets kosten. Op zo’n moment moeten we er als professionals bovenop zitten! Maar ja, wij kunnen een eigenaar niet dwingen, en soms worden we niet eens ingeschakeld. Maar we kunnen op z’n minst wél goede voorlichting geven..

Met betrekking tot wonden zeg ik heel vaak: “Goedkoop is Duurkoop”. Alles wat je probeert te besparen op de behandeling van een wond, betaal je later drie dubbel en dwars terug: dus een goedkoop gaasje in plaats van een goede wondbedekker geeft veel meer problemen. Even een zalfje of spuitbus uit de paardenwinkel en geen dierenarts: kijk uit!!! Niet hechten omdat het niets mag kosten: vervolgens vergroot een wond dramatisch, en ben je veel langer bezig. Niet opereren bij grote wonden: geeft eindeloze kosten en een zeer langdurige behandeling met slechter eindresultaat. Dus mijn algemene advies is: “investeer in wondbehandeling, en doe die investering vooral in het begin en niet pas later”, want dan maak je vaak onnodige extra kosten en boet je in op het eindresultaat: het wordt dan vaak dweilen met de kraan open!